Ik was twaalf en ik fietste naar school

Samenvatting:

Sabine Dardenne is 12 jaar als ze naar school fietst en word ontvoerd door Marc Dutroux. 

Ze word in een busje gesleurd en daar gedrogeerd, ondertussen word ze naar een onbekend huis gebracht. 

Eenmaal daar aangekomen moet ze zich uitkleden en word er een ketting om haar hals gedaan en ze word vastgebonden aan een bed. Na een paar dagen word Sabine overbracht naar een kelder waar Dutroux haar seksueel misbruikte en haar geestelijk en lichamelijk bedreigde. Ook kreeg ze weinig te eten en mocht ze zich niet verzorgen. 

Sabine was altijd al een buitenbeentje.

In de tachtig dagen dat ze opgesloten zat in de kelder vertelde Dutroux haar dat er een complot was tegen haar vader en dat hij maar eens zou moeten boeten, hij zou 3 miljoen moeten betalen om haar terug te zien maar Dutroux vertelde haar dat de chef'  van Dutroux dat geld nooit had gezien en hij Dutroux vertelde om Sabine te vermoorden. Dutroux probeerde haar in vertrouwen te nemen en vertelde dat hij te gehecht aan haar was om haar te vermoorden dus had hij besloten haar te verbergen in de kelder. Hij zei dat één stap buiten de deur of één kreet haar zal doden. Zij vond dat geen optie ze moest hoe dan ook overleven.

Ze schreef in gevangenschap wanhopige brieven naar haar ouders waarin ze vertelde dat ze een ideale dochter zou worden als haar ouders haar zo snel mogelijk zouden ophalen. Achteraf heeft Dutroux deze brieven nooit verstuurd en zijn ze terug gevonden in het huis.

Omdat Sabine zich heel erg verveelde vroeg ze om een vriendinnetje. Na een paar dagen verscheen er een nieuw meisje Laetitia Delhez. Gelukkig waren er dit keer wel getuigen van de ontvoering en werden ze al snel uit de kelder gered door de politie. Achteraf voelde Sabine zich heel schuldig dat zij om een vriendinnetje vroeg en daar mee Laetitia ook in gevaar bracht.